dinsdags

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord dinsdags. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord dinsdags, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je dinsdags in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord dinsdags is hier. De definitie van het woord dinsdags zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandinsdags, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • dins·dags
  • Afgeleid van dinsdag met het achtervoegsel -s
stellend
onverbogen dinsdags
verbogen dinsdagse
partitief dinsdags

dinsdags

  1. (tijdrekening) op de dinsdag betrekking hebbend
    • Lekker onbezorgd een dinsdags terrasje doen in Leuven! 

dinsdags

  1. (tijdrekening) op dinsdagen
    • We gaan dinsdags meestal winkelen. 
91 % van de Nederlanders;
73 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be