zondags

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zondags. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zondags, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zondags in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zondags is hier. De definitie van het woord zondags zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzondags, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • zon·dags
  • Afgeleid van zondag met het achtervoegsel -s
stellend
onverbogen zondags
verbogen zondagse
partitief zondags

zondags

  1. (tijdrekening) op de zondag betrekking hebbend
    • Lekker onbezorgd een zondags terrasje doen in Leuven! 

zondags

  1. (tijdrekening) op zondagen
    • We gaan zondags meestal winkelen. 
96 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be