maandag

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord maandag. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord maandag, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je maandag in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord maandag is hier. De definitie van het woord maandag zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmaandag, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • maan·dag
enkelvoud meervoud
naamwoord maandag maandagen
verkleinwoord maandagje maandagjes

de maandagm

  1. (tijdrekening), (dag) een dag van de week, de eerste dag na het weekeinde
    • Maandag is de meest gehate dag van de week. 
  • Een blauwe maandag.
Een korte tijd.
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]


maandag

  1. (tijdrekening)(dag) maandag; een dag van de week, de eerste dag na het weekeinde


maandag

  1. (tijdrekening)(dag) maandag; een dag van de week, de eerste dag na het weekeinde