zaterdags

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zaterdags. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zaterdags, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zaterdags in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zaterdags is hier. De definitie van het woord zaterdags zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzaterdags, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • za·ter·dags
stellend
onverbogen zaterdags
verbogen zaterdagse
partitief zaterdags

zaterdags

  1. (tijdrekening) op de zaterdag betrekking hebbend
    • Lekker onbezorgd een zaterdags terrasje doen in Leuven! 

zaterdags

  1. (tijdrekening) op zaterdagen
    • We gaan zaterdags meestal winkelen. 
93 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be