zönjig

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zönjig. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zönjig, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zönjig in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zönjig is hier. De definitie van het woord zönjig zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzönjig, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Limburgs

Uitspraak

IPA: /zœɲɪx/ (Etsbergs)

Zelfstandig naamwoord

zönjig m

zondag

Verbuiging

	enkelvoud				meervoud
	geheel	gemuteerd	verkleind	gemuteerd verkleind	geheel	gemuteerd	verkleind	gemuteerd verkleind
nominatief	zönjig	sönjig	zönjigske	sönjigske	zönjiger	sönjiger	zönjigskes	sönjigskes
genitief	zönjigs	sönjigs	zönjigskes	sönjigskes	zönjiger	sönjiger	zönjigskes	sönjigskes
locatief	zönjiges	sönjiges	zönjigeske	sönjigeske	zönjigese	sönjigese	zönjigeskes	sönjigeskes
datief	zönjige	sönjige	zönjigske	sönjigske	zönjiger	sönjiger	zönjigskes	sönjigskes
accusatief	zönjig	sönjig	zönjigske	sönjigske	zönjiger	sönjiger	zönjigskes	sönjigskes

Dagen in het Limburgs
maondig maandag	dinsdig dinsdag	woonsdig woensdag	dónjerdig donderdag	vriedig vrijdag	zaoterdig zaterdag	zönjig zondag

Enciclo

Wikious

Sapientia

Scientia

Boobota

Anandapedia

Sagapedia

Wikithot