zuchter

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zuchter. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zuchter, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zuchter in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zuchter is hier. De definitie van het woord zuchter zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzuchter, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • zuch·ter
enkelvoud meervoud
naamwoord zuchter zuchters
verkleinwoord - -

de zuchterm

  1. iemand die uit verdriet, verlangen of hevige emotie een of meer keren de adem diep uitstoot
    • - ‘Was me dat een zuchtje!’ spotte Tjeppe. (…) De zuchter vertrok zijn gelaat in een treurige plooi. - ‘Hij is er van verlost!’ fezelde Beer. ‘Was me dat een zucht van belang!’ [2]
  2. (verouderd) iemand die veel over zijn problemen klaagt
    • Franz Schubert! De muzikale wereld heeft aan den rampzaligen tobber, den onbegrepen romantischen zuchter die nooit de zon in zijn bleeke leven zag schijnen en in de kracht van zijn jaren - nauwelijks dertig jaar oud - reeds aan dit ondermaansche werd ontrukt, heel wat goed te maken. [3]