zwachtelde in (hulp, bestand) zwach·tel·de in uit zwachtelde (werkwoord) en in, hiertussen kunnen nog andere woorden staan zwachtelde (...) in enkelvoud...
Geluid: zwachtelde (hulp, bestand) zwach·tel·de zwachtelde enkelvoud verleden tijd van zwachtelen Ik zwachtelde. Jij zwachtelde. Hij, zij, het zwachtelde...
tijd van inzwachtelen Wij zwachtelden in. Jullie zwachtelden in. Zij zwachtelden in. Het woord zwachtelden in staat in de Woordenlijst Nederlandse...
zwachtelden (hulp, bestand) zwach·tel·den zwachtelden meervoud verleden tijd van zwachtelen Wij zwachtelden. Jullie zwachtelden. Zij zwachtelden...
met een zwachtel Ze zwachtelde zacht zijn hand. omzwachtelen, inzwachtelen zwachtel omwinden, verbinden Het woord zwachtelen staat in de Woordenlijst Nederlandse...
Geluid: inzwachtelen (hulp, bestand) in·zwach·te·len samenstelling van in bw en zwachtelen ww overgankelijk in zwachtels wikkelen Hij moest iedere...
t.) zwachtelde in zwachtelde in zwachtelde in zwachtelde in zwachtelde in zwachtelden in zwachtelden in zwachtelden in toekomend (o.t.t.t.) zal inzwachtelen...
zwachtelen verleden (o.v.t.) zwachtelde zwachtelde zwachtelde zwachtelde zwachtelde zwachtelden zwachtelden zwachtelden toekomend (o.t.t.t.) zal zwachtelen...