zwalkend

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zwalkend. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zwalkend, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zwalkend in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zwalkend is hier. De definitie van het woord zwalkend zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzwalkend, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • zwal·kend
vervoeging van: zwalken
verbogen vorm: zwalkende

zwalkend

  1. onvoltooid deelwoord van zwalken
  2. (scheepvaart) ronddolend, zich doelloos op zee voortbewegend, ronddobberend (op een schip)
     Zwalkend op de groene baren,
    Weten wy van zorg noch pijn:
    En by bier en brandewijn
    Tarten wy de zeegevaren.
    [1]
  3. (figuurlijk) doelloos, zonder vooropgezet plan voortgaand, voortbewegend
     Een halve eeuw zwalkend drugsbeleid in Nederland gaf ruimte aan een nieuwe generatie cocaïnebaronnen. Hoe kon Taghi zó groot worden?[2]
     Bij het Jesse-bashen, noteert Ton den Boom in zijn taalrubriek in Trouw, vielen nogal wat woorden uit het zelfde woordveld: 'gedraai', 'zwalkend optreden', 'onverwachte wending', 'draai', 'gezwabber'. Klaver werd, kortom, wispelturig gevonden. En: 'Wie wispelturig heet te zijn, is niet geschikt als bedrijfspoedel van Rutte.'[3]
  1. Bronlink Weblink bron Avondstond aan boord. in:
    Jacob van Lennep
    Zeemansliedtjens (1852), Gebroeders Kraay, Amsterdam, p. 28 op dbnl.org op Wikipedia
  2. Bronlink Weblink bron
    Jan Meeus
    “Hoe 50 jaar war on drugs de generatie-Taghi voortbracht” (19 maart 2021), NRC
  3. Bronlink Weblink bron
    Marjolijn de Cocq
    “Zit de Jessias straks met zijn lekkere kontje in de Kamer” (16 juni 2017), Het Parool