Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
zwengelen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
zwengelen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
zwengelen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
zwengelen is hier. De definitie van het woord
zwengelen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
zwengelen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Ontwikkeld uit Middelnederlands swenghelen, swinghelen, aangetroffen vanaf 1494. [1]
- Afgeleid van zwengel “slinger” met het achtervoegsel -en.
zwengelen
- (laten) slingeren
- ▸ Zwijgen, of..... zei het personaadje, en hij sloeg de hand op het handvest van een zwaren slagdegen die, aan zijne zijde, aan een lederen band zwengelde.[2]
- ▸ Miete haalde haar schouders op, zwengelde haar slanke beenen heen en weer en vervolgde koppig.[3]
- aan een zwengel draaien
- De oude man zwengelde aan de waterpomp.
- ▸ Zoo was het, in een geval waarvoor de schrijver instaat, voorgekomen dat een vijf en zestig jarig priester, nadat men in zijn kelders en kerktoren vergeefs naar wapenen gezocht had, gedwongen werd eenige uren de pomp te zwengelen, om de soldaten bij het wasschen te helpen.[4]
- (verouderd) (techniek) braken van vlas, d.w.z. de aanhangende houtdeeltjes met een zwengel verwijderen
- Engels: swingle
97 % |
van de Nederlanders;
|
97 % |
van de Vlamingen.[5]
|