afstrijken

Hello, you have come here looking for the meaning of the word afstrijken. In DICTIOUS you will not only get to know all the dictionary meanings for the word afstrijken, but we will also tell you about its etymology, its characteristics and you will know how to say afstrijken in singular and plural. Everything you need to know about the word afstrijken you have here. The definition of the word afstrijken will help you to be more precise and correct when speaking or writing your texts. Knowing the definition ofafstrijken, as well as those of other words, enriches your vocabulary and provides you with more and better linguistic resources.

Dutch

Etymology

From Middle Dutch afstriken. Equivalent to af +‎ strijken.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈɑfstrɛi̯kə(n)/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: af‧strij‧ken

Verb

afstrijken

  1. (transitive) to strike (a match, to attempt to ignite it)
    Een veiligheidslucifer, in tegensteling tot een strijklucifer, kun je niet redelijk aan alles afstrijken.
    A safety match, as opposed to a strike-anywhere match, can't be easily struck on any surface.
  2. (transitive) to rub out
    Strijk het overvloed kit af met terpentine.
    Rub out excessive sealant with turpentine.

Conjugation

Conjugation of afstrijken (strong class 1, separable)
infinitive afstrijken
past singular streek af
past participle afgestreken
infinitive afstrijken
gerund afstrijken n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular strijk af streek af afstrijk afstreek
2nd person sing. (jij) strijkt af, strijk af2 streek af afstrijkt afstreek
2nd person sing. (u) strijkt af streek af afstrijkt afstreek
2nd person sing. (gij) strijkt af streekt af afstrijkt afstreekt
3rd person singular strijkt af streek af afstrijkt afstreek
plural strijken af streeken af afstrijken afstreeken
subjunctive sing.1 strijke af streeke af afstrijke afstreeke
subjunctive plur.1 strijken af streeken af afstrijken afstreeken
imperative sing. strijk af
imperative plur.1 strijkt af
participles afstrijkend afgestreken
1) Archaic. 2) In case of inversion.