Hello, you have come here looking for the meaning of the word
kiezen. In DICTIOUS you will not only get to know all the dictionary meanings for the word
kiezen, but we will also tell you about its etymology, its characteristics and you will know how to say
kiezen in singular and plural. Everything you need to know about the word
kiezen you have here. The definition of the word
kiezen will help you to be more precise and correct when speaking or writing your texts. Knowing the definition of
kiezen, as well as those of other words, enriches your vocabulary and provides you with more and better linguistic resources.
Dutch
Pronunciation
- IPA(key): /ˈki.zə(n)/
- Hyphenation: kie‧zen
- Rhymes: -izən
Etymology 1
From Middle Dutch kiesen, from Old Dutch *kiesan, from Proto-West Germanic *keusan, from Proto-Germanic *keusaną, from Proto-Indo-European *ǵews-.
Verb
kiezen
- (transitive, intransitive) to choose, decide
- Ik zal de blauwe trui kiezen voor het feest. ― I will choose the blue sweater for the party.
- Je moet een van de opties kiezen die het beste bij je past. ― You need to choose one of the options that suits you best.
- We hebben de mogelijkheid om onze eigen vertegenwoordigers te kiezen tijdens de verkiezingen. ― We have the opportunity to choose our own representatives during the elections.
- Ik kan nog niet kiezen welk restaurant we vanavond zullen bezoeken. ― I can't decide yet which restaurant we will visit tonight.
- Hij twijfelde tussen twee banen, maar uiteindelijk koos hij voor de functie met meer uitdaging. ― He was torn between two jobs, but in the end, he decided on the position with more challenge.
- Het is belangrijk om goed na te denken voordat je een beslissing kiest. ― It's important to think carefully before deciding on a decision.
- to vote
- Burgers hebben het recht om hun stem uit te kiezen tijdens verkiezingen. ― Citizens have the right to vote during elections.
- Kom op tijd naar het stembureau om je stem uit te kiezen. ― Come to the polling station on time to vote.
- De kiezers gingen naar de stembus om hun voorkeur uit te kiezen. ― The voters went to the ballot box to cast their vote.
- to elect, choose
- De leden zullen binnenkort een nieuwe voorzitter kiezen voor de vereniging. ― The members will soon elect a new chairman for the association.
- Het volk zal de nieuwe president van het land kiezen in de komende verkiezingen. ― The people will choose the new president of the country in the upcoming elections.
- De raad van bestuur zal een nieuwe directeur kiezen voor het bedrijf. ― The board of directors will choose a new director for the company.
Conjugation
Derived terms
Descendants
Etymology 2
See the etymology of the corresponding lemma form.
Noun
kiezen
- plural of kies
Anagrams