opbrengen

Hello, you have come here looking for the meaning of the word opbrengen. In DICTIOUS you will not only get to know all the dictionary meanings for the word opbrengen, but we will also tell you about its etymology, its characteristics and you will know how to say opbrengen in singular and plural. Everything you need to know about the word opbrengen you have here. The definition of the word opbrengen will help you to be more precise and correct when speaking or writing your texts. Knowing the definition ofopbrengen, as well as those of other words, enriches your vocabulary and provides you with more and better linguistic resources.

Dutch

Etymology

From op +‎ brengen.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈɔpˌbrɛŋə(n)/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: op‧bren‧gen

Verb

opbrengen

  1. to yield, to produce
  2. to afford the energy or capacity for

Conjugation

Conjugation of opbrengen (weak with past in -cht, separable)
infinitive opbrengen
past singular bracht op
past participle opgebracht
infinitive opbrengen
gerund opbrengen n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular breng op bracht op opbreng opbracht
2nd person sing. (jij) brengt op, breng op2 bracht op opbrengt opbracht
2nd person sing. (u) brengt op bracht op opbrengt opbracht
2nd person sing. (gij) brengt op bracht op opbrengt opbracht
3rd person singular brengt op bracht op opbrengt opbracht
plural brengen op brachten op opbrengen opbrachten
subjunctive sing.1 brenge op brachte op opbrenge opbrachte
subjunctive plur.1 brengen op brachten op opbrengen opbrachten
imperative sing. breng op
imperative plur.1 brengt op
participles opbrengend opgebracht
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Derived terms

Descendants

  • Negerhollands: breng op

Anagrams