Boekenweek
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord Boekenweek. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord Boekenweek, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je Boekenweek in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord Boekenweek is hier. De definitie van het woord Boekenweek zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanBoekenweek, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Geluid: Boekenweek (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbukə(n)ˌwek / (3 lettergrepen)
- Boe·ken·week
- samenstelling van boek zn en week zn met het invoegsel -en- , geschreven met een hoofdletter volgens spellingregel 16.L [1]
| enkelvoud | bezitsvorm | meervoud | |
|---|---|---|---|
| naamwoord | Boekenweek | Boekenweeks | Boekenweken |
| verkleinwoord | Boekenweekje | Boekenweekjes | Boekenweekjes |
- periode van omstreeks een week waarin getracht wordt het lezen (en kopen!) van boeken te bevorderen
- Het woord Boekenweek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "boekenweek" (met een kleine letter) herkend door:
| 99 % | van de Nederlanders; |
| 98 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
