Eerste Kamerlid

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord Eerste Kamerlid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord Eerste Kamerlid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je Eerste Kamerlid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord Eerste Kamerlid is hier. De definitie van het woord Eerste Kamerlid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanEerste Kamerlid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
2. Niemand was langer Eerste Kamerlid dan F.J.J. van Eysinga op Wikipedia (nl).

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Eer·ste Ka·mer·lid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Eerste Kamerlid Eerste Kamerleden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het Eerste Kamerlido

  1. (politiek) (Nederland) volksvertegenwoordiger in het door Statenleden gekozen deel van het Nederlandse parlement, de Eerste Kamer der Staten-Generaal
    • Hij is al tien jaar Eerste Kamerlid. 
     Het Eerste Kamerlid ziet het nut niet van het project, waar inmiddels al 300 miljoen euro in geïnvesteerd is.
Schrijfwijzen
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 21 januari 2021 Weblink bron
    Antoinette Reerink
    “En opnieuw haalt het EPD het niet: operatie mislukt, minister gered” (30 maart 2011) op nrc.nl op Wikipedia