Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
Indo-Europeaan. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
Indo-Europeaan, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
Indo-Europeaan in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
Indo-Europeaan is hier. De definitie van het woord
Indo-Europeaan zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
Indo-Europeaan, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de Indo-Europeaan m
- (geschiedenis) lid van een prehistorisch volk en spreker van het Proto-Indo-Europees
- (geschiedenis) (maatschappij) (verouderd) persoon van gemengd Indonesische en Europese (veelal Nederlandse) afkomst, dan wel een (Europese) Nederlandse man die geassimileerd is in de Indonesische samenleving (door een relatie met een inheemse vrouw)
- ▸ De vraag, wie in de practijk tot de bevolkingsgroep van Indo-Europeanen kunnen worden gerekend, is, voor wat de algemeen-economische ontwikkeling der Indische maatschappij betreft, veeleer van sociaal-politieken dan van anthropologischen aard.
Tot hen behooren in de eerste plaats de Indo’s, de z.g. mengbloeden of gemengdbloedigen van Europeesche èn Inlandsche afkomst. Ook worden daartoe gerekend de in Ned.-Indië geboren Europeanen van Nederlandsche nationaliteit, niet van Inlandsche afkomst. Als derde categorie wordt wel eens aangemerkt die der „blijvers” onder de „pur-sang” Europeesche mannelijke ingezetenen; zij n.1. die, elders geboren, in Ned.-Indië hun tweede vaderland hebben gevonden en veelal met Indische, c.q. Inlandsche of Indo-Chineesche, vrouwen zijn gehuwd.
1. lid van een prehistorisch volk en spreker van het Proto-Indo-Europees
2. persoon van gemengd Indonesische en Europese (veelal Nederlandse) afkomst
- ↑ Weblink bron
Petrus Blumberger, J.Th.
“De Indo-Europeesche beweging in Nederlandsch-Indië” (1939), H.D. Tjeenk Willink, p. 5 op Delpher.nl