Karwoche

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord Karwoche. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord Karwoche, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je Karwoche in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord Karwoche is hier. De definitie van het woord Karwoche zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanKarwoche, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • Kar·wo·che
enkelvoud meervoud
nominatief die Karwoche die Karwochen
genitief der Karwoche der Karwochen
datief der Karwoche den Karwochen
accusatief die Karwoche die Karwochen

Karwoche v

  1. (religie): Goede Week (ook wel Stille Week, Heilige Week, Grote Week en lijdensweek) (het einde van de vastentijd)