Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
Kozak. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
Kozak, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
Kozak in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
Kozak is hier. De definitie van het woord
Kozak zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
Kozak, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de Kozak m
- (demoniem) lid van een hoofdzakelijk Slavisch ruitervolk dat rondtrok over de zuidelijke steppes van het Russische rijk
- ▸ De Kozak is een misdadiger, een moordenaar, een soldaat. Hij rooft en koopt om. Hij is slim en dapper. Hij wisselt van partij.
De Kozak beschermt de orthodoxie. Hij brengt de drukpers naar Kyiv. De Kozak is een zigeuner, die sultans en koningen van de troon stoot.[4]
- ▸ Legers huurlingen uit alle windstreken van Europa - Engelsen, Fransen, Hollanders, Hongaren, Kozakken, Kroaten, Polen, Walen, Spanjaarden, Zweden en ook Nederlanders - trokken met hun tros door Duitsland, hun uitrusting en proviandering, soldij en buit uit de bevolking persend.[5]
- De Kozakken moeten niet worden verward met de Kazakken of Kazachen, een meer naar het oosten levend Turks volk.
1. lid van een hoofdzakelijk Slavisch ruitervolk
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Kozak op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "Kozak" in:
Sijs, Nicoline van der
, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron
Kalani Pickhart (vert. Jan Bert Kanon)
“Als ik sterf in een vreemd land” (2022), Ambo/Anthos B.V., Amsterdam, ISBN 9789026361968, hfst. De evocatie van de voorouders
- ↑ Weblink bron ‘Hollandse hypocrisie’ : Duitsland in de romans van Vestdijk (1996) in: Vestdijk-jaarboek. Jaargang 1999: De geschiedenis van een talent., Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam, ISBN 9038878141, p. 109