Mittwoch

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord Mittwoch. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord Mittwoch, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je Mittwoch in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord Mittwoch is hier. De definitie van het woord Mittwoch zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanMittwoch, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Duits

Zelfstandig naamwoord

Mittwoch m

  1. woensdag
Verwante begrippen


Dagen in het Duits
Montag
maandag
Dienstag
dinsdag
Mittwoch
woensdag
Donnerstag
donderdag
Freitag
vrijdag
Samstag, Sonnabend
zaterdag
Sonntag
zondag



Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Mitt·woch
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Mittwoch der Mittwoch
datief me Mittwoch em Mittwoch
accusatief en Mittwoch der Mittwoch

Zelfstandig naamwoord

Mittwoch, m

  1. (dag), (tijdrekening) woensdag
    «Mittwoch, den 23. April ist Shakespeares Geburtstag.»
    Woensdag 23 april, is Shakespeare's verjaardag.
Afgeleide begrippen
Opmerkingen
Verwante begrippen
Dagen in het Pennsylvania-Duits
Mundaag
maandag
Dinschdaag
dinsdag
Mittwoch
woensdag
Dunnerschdaag
dunderdag
Freidaag
vrijdag
Samschdaag
zaterdag
Sunndaag
zondag