U-vormig

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord U-vormig. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord U-vormig, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je U-vormig in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord U-vormig is hier. De definitie van het woord U-vormig zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanU-vormig, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

1. Een U-vormige kam die eind 19e eeuw werd gebruikt als sieraad in het haar.
Uitspraak
Woordafbreking
  • U-vor·mig
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van U met het achtervoegsel -vormig, omdat U-vormig met U is samengesteld om zo een overeenkomst aan te geven met de vorm van de gedrukte U, wordt het met een hoofdletter U geschreven, volgens spellingregel 6.G gevolgd door een koppelteken
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen U-vormig U-vormiger U-vormigst
verbogen U-vormige U-vormigere U-vormigste
partitief U-vormigs U-vormigers -

Bijvoeglijk naamwoord

U-vormig

  1. met twee evenwijdige langgerekte delen, die met een boog van 180° in elkaar overgaan; de vorm van een U hebbend
    • De damwand onderdelen waren U-vormig. 
     De Belgische architect Charles Vandenhove ontwierp vlakbij Schiphol dit woontorentje als bescheiden hoogtepunt naast een U-vormig wooncomplex met enorm grasveld in het midden. Vanuit de lucht gezien vormt het huis een losse punt boven de U.
Verwante begrippen
andere woorden met een hoofdletter die naar de vorm van die letter verwijst:

Gangbaarheid

  1. Bronlink geraadpleegd op 11 september 2022 Weblink bron Gearchiveerde versie
    Commissie Spelling
    Technische Handleiding : Regels voor de officiële spelling van het Nederlands (oktober 2016), Nederlandse Taalunie, Den Haag, p. 112, kol.2 onder 10.15, punt 1
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  4. Bronlink geraadpleegd op 12 september 2022 Weblink bron
    AK
    “Woontorentje” (7 november 2009) op nrc.nl op Wikipedia