Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
aanrichten. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
aanrichten, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
aanrichten in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
aanrichten is hier. De definitie van het woord
aanrichten zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
aanrichten, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
aanrichten
- overgankelijk veroorzaken, met name van schade
- Die oplichter heeft al veel schade aangericht.
- De storm heeft veel schade aangericht.
- ▸ Hij slaat elke dag minimaal een halve fles whisky achterover. ’ Ze zuchtte. ‘Hij zit onder de medicijnen, verdomme nog aan toe. Je moet er toch niet aan denken wat die combinatie kan aanrichten.[2]
- ▸ ' 'Luister, hij heeft tijdens zijn leven veel kwaad aangericht.[3]
1. veroorzaken, met name van schade
100 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.[4]
|
- ↑ "aanrichten" in:
Sijs, Nicoline van der
, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑
Victoria Holt
“Vlucht van de zeven zwaluwen” (1992), Saga, ISBN 9788726484892
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be