aanslepen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord aanslepen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord aanslepen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je aanslepen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord aanslepen is hier. De definitie van het woord aanslepen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanaanslepen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • aan·sle·pen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanslepen
sleepte aan
aangesleept
zwak -t volledig

aanslepen

  1. overgankelijk met moeite of in grote hoeveelheden aandragen
    • Ze hadden een flinke lading brandhout aangesleept uit het bos. 
  2. lang duren
    • De discussie sleept al lang aan. 
  3. achter zich ~: met zich meetrekken
    • Ze sleepte twee kinderen achter zich aan. 
     ' 'Heb je bedacht datje ooit weer zult kunnen lopen?' 'Misschien kan ik mijn ene voet achter mij aanslepen.[1]
vervoeging van
aanslijpen

aanslepen

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanslijpen
    • ...dat wij aanslepen. 
    • ...dat jullie aanslepen. 
    • ...dat zij aanslepen. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]
  1. Victoria Holt
    “Minnares van de duivel” (1982), Saga, ISBN 9788726484731
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be