Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
aanvankelijk. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
aanvankelijk, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
aanvankelijk in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
aanvankelijk is hier. De definitie van het woord
aanvankelijk zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
aanvankelijk, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
aanvankelijk [3]
- in het begin, oorspronkelijk
- Aanvankelijk was de aarde woest en ledig.
- Hoewel ze aanvankelijk vaak ruzie maakten zijn ze nu toch de beste vrienden.
- ▸ ‘Ik heb begrip voor de maatregelen van de overheid. Misschien hadden die wat eerder genomen moeten worden, we hebben het in Nederland misschien aanvankelijk een beetje onderschat.[4]
- ▸ Oftewel de manier waarop Dorien tegen de situatie aan keek. Omdat Chantal nu niet bepaald openstond voor een andere visie, liep het gesprek aanvankelijk stroef.[5]
aanvankelijk [2]
- in het begin
99 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.[6]
|
- ↑ "aanvankelijk" in:
Sijs, Nicoline van der
, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ 2,0 2,1 aanvankelijk op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron
Charlotte Huisman
“Wie neemt er nog de trein op een stil Utrecht Centraal?” (13 maart 2020), de Volkskrant
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be