afgrijslijk

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord afgrijslijk. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord afgrijslijk, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je afgrijslijk in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord afgrijslijk is hier. De definitie van het woord afgrijslijk zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanafgrijslijk, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • af·grijs·lijk
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen afgrijslijk afgrijslijker afgrijslijkst
verbogen afgrijslijke afgrijslijkere afgrijslijkste
partitief afgrijslijks afgrijslijkers -

afgrijslijk

  1. iets wat zo erg is dat het afgrijzen opwekt
    • Ongeveer honderd meter van de weg moeten de vier achterste gevangenen hurken op de rand van een ravijn. Ze worden onder schot gehouden door Van Haalem, die gewapend is met een vlammenwerper en een pistool. Geelhoed zegt tegen Nasoetion: „Ga jij eerst maar mee”. En hij loopt met hem, gevolgd door Tupumahu en Walanda, voorbij twee huizen die daar staan. Dan schiet Geelhoed met zijn karabijn Nasoetion door het hoofd. Getuigen zeggen later dat ze „afgrijselijk gekerm” van het slachtoffer hebben gehoord.[1] 


  1. NRC Frank Vermeulen 27 januari 2017