afhaspelen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord afhaspelen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord afhaspelen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je afhaspelen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord afhaspelen is hier. De definitie van het woord afhaspelen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanafhaspelen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • af·has·pe·len

afhaspelen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afhaspelen
haspelde af
afgehaspeld
zwak -d volledig
  1. draad die ergens omheen gedraaid is weer losmaken met een draaiende of rollende beweging
    • Er zijn ook allerhande attributen te zien die te pas kwamen aan de teelt van de zijderupsen, het afhaspelen van de cocons, het twijnen (ineendraaien) van de draden, het spinnen van het cocon-afval en uiteindelijk het weven. [2] 
  2. op een snelle slordige manier voltooien
    • De landskampioen is de enige Belgische vertegenwoordiger op het kampioenenbal. Vicekampioen en bekerwinnaar Standard sneuvelde in de derde voorronde tegen Ajax en werd daardoor veroordeeld tot de Europa League. Club was als Belgisch landskampioen rechtstreeks geplaatst voor de groepsfase en moest dus geen voorrondes afhaspelen. [3] 
63 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[4]