afjagen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord afjagen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord afjagen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je afjagen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord afjagen is hier. De definitie van het woord afjagen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanafjagen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • af·ja·gen

afjagen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afjagen
jaagde af
joeg af
afgejaagd
klasse 6

zwak -d
gemengd

volledig
  1. met veel snelheid, inspanning en behendigheid iets of iemand uitputten en iets uit handen nemen
    • Groningen kreeg in de 2e minuut direct al twee goede schietkansen, voor eerst Zeefuik en daarna Tjaronn Chery. Die kansen kwamen voort uit het fel afjagen van de Leeuwarder defensie. [2] 
    • Waar Bosz zijn ploeg de tegenstander graag wil zien afjagen, gebeurde het omgekeerde. [3] 
    • Al van begin af aan was de intentie van de ploeg van Jurgen Klopp duidelijk: afjagen en Arsenal niet in het spel laten komen. [4] 
60 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[5]