aflaat

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord aflaat. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord aflaat, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je aflaat in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord aflaat is hier. De definitie van het woord aflaat zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanaflaat, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • af·laat
  • In de betekenis van ‘kwijtschelding van zonden’ voor het eerst aangetroffen in 901 [1]
  • uit het Middelnederlands [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord aflaat aflaten
verkleinwoord aflaatje aflaatjes

de aflaatm

  1. (religie) een kwijtschelding van tijdelijke straffen die men zou moeten ondergaan na het sterven, binnen de rooms-katholieke traditie
    • In de middeleeuwen kochten veel mensen aflaten tegen woekerprijzen. 
vervoeging van
aflaten

aflaat

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflaten
    • ... dat ik aflaat. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflaten
    • ... dat jij aflaat. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflaten
    • ... dat hij aflaat. 
83 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[3]