afstel

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord afstel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord afstel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je afstel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord afstel is hier. De definitie van het woord afstel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanafstel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • af·stel
enkelvoud meervoud
naamwoord afstel -
verkleinwoord - -

het afstelo

  1. het afstellen, het opgeven of laten varen van een voorgenomen handeling
     Een lome blik op de imposante boezem van een langslopende dame bleek een vergeefse poging tot afstel.[3]
  • Uitstel is geen afstel. (Tegenovergestelde wordt ook vaak gebruikt: Uitstel is afstel)
als je iets uitstelt wil dat nog niet zeggen dat je het nooit meer gaat doen (Tegenovergestelde: je kunt het beter maar meteen doen, als je het uitstelt, komt het er vaak niet meer van)
  • Van uitstel komt afstel
letterlijk, wanneer iets wordt uitgesteld wordt het vaak vergeten en helemaal niet meer gedaan
vervoeging van
afstellen

afstel

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstellen
    • ... dat ik afstel. 
96 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[4]