aftellen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord aftellen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord aftellen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je aftellen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord aftellen is hier. De definitie van het woord aftellen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanaftellen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • af·tel·len
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aftellen
telde af
afgeteld
zwak -d volledig

aftellen

  1. inergatief dalend tellen tot aan het moment dat iets volgens plan gebeuren moet
    • Toen er afgeteld werd voor de lancering was de spanning te snijden. 
  2. overgankelijk door tellen nauwkeurig afpassen
    • Hij had voor het experiment vijf stapels van precies vijfhonderd bonen afgeteld. 
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be