afvliegen op

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord afvliegen op. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord afvliegen op, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je afvliegen op in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord afvliegen op is hier. De definitie van het woord afvliegen op zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanafvliegen op, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • af·vlie·gen op
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afvliegen op
vloog af op
afgevlogen op
klasse 2 volledig

afvliegen op

  1. overgankelijk op eigen kracht door de lucht benaderen
     Ze krijgt een extreme allergie-aanval als het beestje haar steekt en draagt dan ook een speciale wespenpen bij zich. Als de beestjes op haar afvliegen, slaat ze die van zich af. „Ja, ik weet dat ze zeggen dat je stil moet blijven zitten. Maar dat is voor mij hetzelfde als op een spoorbaan gaan zitten als er een trein aan komt. Dat gaat ook niet vanzelf goed.”[1]
     ,,De jagers stelen de ganzen omdat ze ze willen gebruiken als lokaas, als 'levende stal'”, legt boswachter Leo Smits uit. ,,Ze stelen de jonge dieren, laten ze thuis groot worden en knippen de vleugels kort zodat ze niet meer weg kunnen vliegen. De tamme, gekortwiekte vogels worden in een veld gezet, zodat ze andere, wilde ganzen kunnen lokken.” De ganzen die vervolgens op de lokganzen afvliegen, worden door de wachtende jagers neergeschoten.[2]
  2. overgankelijk (figuurlijk) gretig benaderen
     We kunnen ons voorstellen dat miljoenen lezeressen, en heel wat lezers afvliegen op de historische „romances” van iemand als bijv. de Amerikaanse schrijfster Rosemary Rogers, met veelbelovende titels als Wicked Lotring Lies of Sweet Savage Love.[3]
  3. overgankelijk (figuurlijk) woedend benaderen
     Met een kreet rechtte die z'n rug, een rood gordijn zakte voor z'n ogen, met een ruk draaide hij zich om en sloeg Leo flitsend met z'n open hand en met alle kracht midden in het gezicht. (…) Leo krabbelde overeind, even leek het of hij op Albert wilde afvliegen, maar deze was hem voor. In een flits was hij uit z'n stoel gesprongen en met een ferme trap tegen de kin proefde Leo voor de tweede keer de klasvloer.[4]
  1. Bronlink geraadpleegd op 10 december 2022 Weblink bron “Moe van wespen in Twente? Waarom het óók nuttige beestjes zijn” (4 augustus 2015) op tubantia.nl op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 10 december 2022 Weblink bron
    Bonne Kerstens
    “Franse dieven vormen groot gevaar voor Flevolandse babygansjes” (25 april 2017) op tubantia.nl op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 10 december 2022 Weblink bron
    Adriaan van der Veen
    “CS-Journaal” (11 februari 1977) op nrc.nl op Wikipedia
  4. Bronlink geraadpleegd op 10 december 2022 Weblink bron Albert en Leo in:
    Michiel van Kempen & Jan Bongers (ed.)
    Hoor die tori! Surinaamse vertellingen. (1990), In de Knipscheer, Amsterdam, ISBN 9062653413, p. 168