afzadelen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord afzadelen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord afzadelen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je afzadelen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord afzadelen is hier. De definitie van het woord afzadelen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanafzadelen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • af·za·de·len

afzadelen [2]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afzadelen
zadelde af
afgezadeld
zwak -d volledig
  1. het verwijderen van het rijzadel van een paardenrug
    • De Enschedeër, in het dagelijkse leven emballagemedewerker, verricht al decennialang onder meer de volgende taken: het glad maken van de rijbaan (nu met tractor, eerder te voet met net bats en hark), ruiters helpen met op- en afzadelen van de paarden, het verzorgen en voeren van de paarden het uitmesten van de stallen. [3] 
    • Vier landen moesten nog hun laatste ruiter de Akense wei opsturen toen de Belgische zege al een feit was. Philippaerts, al dik zestig landenprijzen als laatste ruiter aan de start, mocht zijn hengst Parco afzadelen toen Lansink Caridor Z foutloos aan de finish had gebracht. [4] 
91 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[5]