afzien

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord afzien. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord afzien, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je afzien in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord afzien is hier. De definitie van het woord afzien zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanafzien, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • af·zien
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afzien
'ɑfsin
zag af
zɑx ʔɑf
afgezien
'afɣəzin
klasse 5

onregelmatig

volledig

afzien

  1. inergatief ~ van: besluiten iets niet te doen
    • Hij zag af van zijn voornemen. 
  2. inergatief lijden, ongemak doorstaan, o.a. in de sport
    • Die laatste ronde was puur afzien. 
  3. spieken, afkijken
    • De student haalde hoge cijfers omdat hij zoveel afzag. 
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]