alledag

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord alledag. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord alledag, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je alledag in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord alledag is hier. De definitie van het woord alledag zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanalledag, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • al·le·dag

alledag

  1. gewoon, niet bijzonder, steeds terugkerend
     Ze geeft onze gesprekken inhoud door op een vrolijke manier over het leven van alledag te keuvelen.[2]


96 % van de Nederlanders;
79 % van de Vlamingen.[3]
  1. Troonrede 2016
  2. “Het dossier” (2017), Luitingh-Sijthoff op Wikipedia, ISBN 9789021042503
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be