Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
amok. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
amok, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
amok in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
amok is hier. De definitie van het woord
amok zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
amok, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Leenwoord uit het Indonesisch, in de betekenis van ‘razernij’ voor het eerst aangetroffen in 1622 [1]
- Afkomstig van het Maleisisch [2]
het amok o [3]
- woede, razernij, de behoefte een groep mensen aan te vallen met het doel dezen te doden
- ▸ Hij behoorde niet tot de lastige gevallen, viel geen verplegers aan, besmeurde de muren van zijn kamer niet met uitwerpselen en maakte nooit amok.[4]
87 % |
van de Nederlanders;
|
94 % |
van de Vlamingen.[5]
|
- Afkomstig van het Maleise "meng-âmok" (= in dolle woede aanvallen en doden)
amok
- op amokachtige wijze
- Afkomstig van het Maleise "meng-âmok" (= in dolle woede aanvallen en doden)
amok
- op amokachtige wijze
- Afkomstig van het Maleise "meng-âmok" (= in dolle woede aanvallen en doden)
amok
- op amokachtige wijze