arbeidsrecht

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord arbeidsrecht. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord arbeidsrecht, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je arbeidsrecht in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord arbeidsrecht is hier. De definitie van het woord arbeidsrecht zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanarbeidsrecht, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
studieboeken Nederlands arbeidsrecht
  • ar·beids·recht
enkelvoud meervoud
naamwoord arbeidsrecht arbeidsrechten
verkleinwoord

het arbeidsrechto

  1. (juridisch) (economie) privaatrechtelijk vakgebied dat de contractuele aspecten van arbeidsverhoudingen en de rechtsposities van werknemers en werkgevers regelt
    • Maar hoe heten werkgevers die de bestaande sociale verhoudingen en het arbeidsrecht verwerpen? Rechtse rakkers? Rebellen? Dat klinkt zo ongepast als aanduiding voor mensen die de mainstream economie vertegenwoordigen. Toch lieten vier werkgeversvoorzitters uit de bouw en de industrie afgelopen week in De Telegraaf een sterk staaltje agitatie en propaganda zien. Zij draaiden de rollen om. Nu zijn zíj het die de vakbonden voor de laatste maal waarschuwen. Nu stellen zíj een ultimatum. De bonden moeten vóór Pasen akkoord gaan met ingrijpende wijzigingen in het ontslag- en arbeidsrecht, anders stappen de werkgevers naar de kabinetsinformateur. Dan regelen zij het wel in het regeerakkoord van de verwachte centrum-rechtse coalitie.[2] 
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Menno Tamminga 4 april 2017