Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
arbeid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
arbeid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
arbeid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
arbeid is hier. De definitie van het woord
arbeid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
arbeid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- In de betekenis van ‘inspanning’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [1]
- uit het Middelnederlands [2]
de arbeid m
- (natuurkunde) energie die door een krachtbron geleverd wordt bij verplaatsing van een voorwerp
- (economie) de primaire productiefactor
- De bewindsman zei toen te vrezen dat in de toekomst voor veel mensen geen betaald werk meer is, omdat de meeste arbeid straks wellicht door robots of machines wordt verricht. [3]
- verhandelen van objecten door menselijke bewegingen op een welbepaalde locatie
Met hard werken kun (je geld verdienen en) hogerop komen, maar de rijken doen dat niet
- Na gedane arbeid is het goed rusten
na het werk doet het goed te kunnen uitrusten
1. energie die door een krachtbron geleverd wordt bij verplaatsing van een voorwerp
arbeid
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van arbeiden
- gebiedende wijs van arbeiden
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van arbeiden
99 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[4]
|
- Afkomstig van de Nederduitse woorden arbeit / arbet (inspanning, moeite)
arbeid
- gebiedende wijs van arbeide
arbeid, o
- arbeid, werk
in bewerking
- arbeide så svetten hagler
werken als een paard
- Afkomstig van de Nederduitse woorden arbeit / arbet (inspanning, moeite)
arbeid
- gebiedende wijs van arbeida
arbeid
- gebiedende wijs van arbeide
arbeid, o
- arbeid, werk