bangig

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bangig. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bangig, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bangig in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bangig is hier. De definitie van het woord bangig zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbangig, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ban·gig
  • afleiding van bang met het achtervoegsel -ig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen bangig bangiger bangigst
verbogen bangige bangigere bangigste
partitief bangigs bangigers -

bangig [1]

  1. op een bevreesde manier
    • Ten eerste vechten de ministers in de Trêveszaal helemaal nergens voor, maar zitten ze bangig te sms'en met Geert Wilders om nederig te vragen of hij akkoord is met hun voorstelletjes. [2] 
    • Als we toch kinderboeken op de kop gaan zetten op zoek naar storende elementen, heb ik nog wel wat andere suggesties dan Pippi in de ban doen. Neem haar vriendinnetje Annika, een vreemde vergissing van schrijfster Astrid Lindgren, want zij loopt de hele tijd bangig te mekkeren als Tommy en Pippi leuke woeste plannen hebben. Ook de moeder van Annika en Tommy is een overbezorgde zeurpiet, je bent allang blij dat Pippi af en toe een paard optilt om het wankelmoedige vrouwbeeld nog een beetje op te krikken. [3] 
84 % van de Nederlanders;
26 % van de Vlamingen.[4]