Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
begrip. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
begrip, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
begrip in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
begrip is hier. De definitie van het woord
begrip zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
begrip, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘inzicht, idee’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [1]
- Naamwoord van handeling van begrijpen.
het begrip o
- het verstaan of begrijpen van iets
- We zijn hiermee duidelijk tot een beter begrip van de zaak gekomen.
- datgene wat men ergens onder verstaat of hoe men iets kent
- Wikipedia en WikiWoordenboek zijn nog vrij nieuwe begrippen, maar zij hebben snel bekendheid gekregen.
- ▸ Bij het poppenhuistrappetje voor de brug dat voerde naar de smalle kade langs de Rio de la Cazziola e de Ca' Rizzi hing een groot geel bord aan de muur dat aangaf dat zowel Piazza San Marco als de Rialtobrug te vinden waren in de richting die ik was ingeslagen, en tevens in de richting waar ik vandaan kwam. Ik was in een magisch oord beland, waar herkomst en bestemming inwisselbare begrippen waren geworden. Dit stemde mij bijzonder vrolijk.[2]
- inlevingsvermogen
- Die man heeft geen enkel begrip voor anderen
- ▸ Chantal kon hier best begrip voor opbrengen, maar vond het tegelijkertijd jammer.[3]
- naar onze begrippen: volgens onze normen en waarden
- ▸ Het personeel in de hotels werkte naar onze begrippen voor een scheet en drie knikkers.[3]
- bewoording, denkbeeld, denkvermogen, gedachte, gezegde, idee, notie, opvatting, spreekwijze, verstand, zegswijze
1. het verstaan of begrijpen van iets
2. datgene wat men ergens onder verstaat of hoe men iets kent
98 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[4]
|
- ↑ "begrip" in:
Sijs, Nicoline van der
, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 24
- ↑ 3,0 3,1 “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Leenwoord uit het Nederlands.
begrip o
- (Hooglimburgs) begrip
|
enkelvoud
|
meervoud
|
geheel
|
gemuteerd
|
verkleind
|
gemuteerd verkleind
|
geheel
|
gemuteerd
|
verkleind
|
gemuteerd verkleind
|
nominatief
|
begrip |
- |
begripke |
- |
begripper |
- |
begripkes |
-
|
genitief
|
begrips |
- |
begripkes |
- |
begripper |
- |
begripkes |
-
|
locatief
|
begrippes |
- |
begrippeske |
- |
begrippese |
- |
begrippeskes |
-
|
datief
|
begrippe |
- |
begripke |
- |
begripper |
- |
begripkes |
-
|
accusatief
|
begrip |
- |
begripke |
- |
begripper |
- |
begripkes |
-
|
begrip
- begrip; datgene wat men ergens onder verstaat of hoe men iets kent
begrip
- begrip; datgene wat men ergens onder verstaat of hoe men iets kent