benauwde
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord benauwde. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord benauwde, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je benauwde in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord benauwde is hier. De definitie van het woord benauwde zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbenauwde, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- be·nauw·de
benauwde
- verbogen vorm van de stellende trap van benauwd
| vervoeging van |
|---|
| benauwen |
benauwde
- enkelvoud verleden tijd van benauwen
- Ik benauwde.
- Jij benauwde.
- Hij, zij, het benauwde.
- Ik benauwde.
- ▸ De drukte die er heerste op de verkeersader die naar het hart van de domstad leidde, benauwde haar.[1]
- verbogen vorm van benauwd, voltooid deelwoord van benauwen
- Het woord benauwde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
