beneficium

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord beneficium. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord beneficium, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je beneficium in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord beneficium is hier. De definitie van het woord beneficium zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbeneficium, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·ne·fi·ci·um
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beneficium beneficiums
beneficia
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het beneficiumo

  1. (juridisch) recht dat iemand ten opzichte van anderen in een voordeliger positie plaatst
     Door anderen werd opgemerkt, dat een akkoord in zekeren zin altijd een beneficium voor den gefailleerde is; ware het anders, hij zou nooit een akkoord aanbieden.
  2. (religie) opbrengst uit kerkelijke goederen als vergoeding voor een geestelijke bediening
     De concurrentie was zwaar en veel geestelijken moesten volstaan met een eenvoudig beneficium zoals een kapellanie of levenslang genoegen nemen met de positie van deservitor of plaatsvervanger.
  3. (geschiedenis) leengoed dat niet erfelijk is
     In Frankrijk was in de feodale tijd het woord 'honor' in gebruik, hetgeen verwees naar een door de koning toegekende staatsfunctie (graaf, hertog), met de daaraan verbonden rechtsbevoegdheden 'in naam van de koning'. Een rechtstreekse delegatie van bevoegdheden. Daaraan waren ook leengoederen verbonden die het mogelijk maakten de functie uit te oefenen (beneficium), maar die verbinding dateert waarschijnlijk uit de tijd waarin de koningen minder machtig werden (9de-10de eeuw).
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. beneficium op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 10 december 2020 Weblink bron
    Tweede Kamer
    “Wet op het faillissement en de surséance van betaling. : Verslag der Commissie van voorbereiding : art. 138”, Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen 18.1 (najaar 1892), p. 56 kol 1
  3. A.L.H. Hage
    Lodewijk van Velthem: pastoor tussen kerk en wereld in: De Nieuwe Taalgids., jrg. 88 nr. 1 (januari 1995), p. 212/213
  4. Bronlink geraadpleegd op 10 december 2020 Weblink bron
    W.R.I. van der Does de Willebois
    “Eer” (26 november 1996) op nrc.nl op Wikipedia


Latijn

Zelfstandig naamwoord

beneficium o

  1. weldaad
  2. eerbewijs, onderscheiding
  3. (post-klassiek) voorrecht
Schrijfwijzen
Verbuiging