bereid

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bereid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bereid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bereid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bereid is hier. De definitie van het woord bereid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbereid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Padvinders: Wees bereid!
  • be·reid
  • In de betekenis van ‘gereed’ voor het eerst aangetroffen in 1301 [1]
  • vervoeging van bereiden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel [2]
stellend
onverbogen bereid
verbogen bereide
partitief bereids

bereid

  1. akkoord gaand, instemmend: bereid tot actie
    • Ben je bereid om vandaag over te werken? 
vervoeging van
bereiden

bereid

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bereiden
    • Ik bereid. 
  2. gebiedende wijs van bereiden
    • Bereid! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bereiden
    • Bereid je? 
vervoeging van: bereiden…
verbogen vorm: bereide

bereid

  1. voltooid deelwoord van bereiden
  2. vormt de voltooide tijden
    • Hij had een heerlijke maaltijd voor ons bereid. 
  3. vormt de lijdende vorm
    • Acetosal wordt bereid door het acetyleren van salicylzuur. 
  4. als naamwoordelijk deel van het gezegde gebruikt
    • De maaltijd is bereid door een chef-kok. 
  5. attributief gebruikt
    • De viering werd afgesloten met een door de oudercommissie bereide maaltijd. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]