bibberen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bibberen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bibberen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bibberen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bibberen is hier. De definitie van het woord bibberen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbibberen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • bib·be·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bibberen
bibberde
gebibberd
zwak -d volledig

bibberen

  1. inergatief hevig trillen van kou of angst
    • Zij bibberde van de kou ondanks de extra deken. 
     Over mijn donsjas had ik mijn regenjas aangetrokken en ik lag met een regenbroek plus legging in mijn slaapzak te bibberen van de kou.[2]
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]