billet

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord billet. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord billet, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je billet in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord billet is hier. De definitie van het woord billet zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbillet, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
enkelvoud meervoud
billet billets

billet

  1. (communicatie) kort briefje
  2. (militair) inkwartieringsbevel
  3. (metonymisch) kwartier, onderdak, tijdelijke verblijfplaats
vervoeging
onbepaalde wijs to  billet 
he/she/it  billets 
verleden tijd  billeted 
 billetted 
voltooid
deelwoord
 billeted 
 billetted 
onvoltooid
deelwoord
 billeting 
gebiedende wijs  billet 

billet

  1. overgankelijk (militair) inkwartieren
  2. overgankelijk (militair) ingekwartierd zijn
enkelvoud meervoud
billet billets

billet

  1. houtblok (vooral gebruikt voor brandhout)
  2. (metallurgie) baar of staaf van ruw metaal
  3. (heraldiek) blokje (verticaal rechthoekje op een wapenschild)
73 % van de Amerikanen;
89 % van de Britten.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 30 september 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be


enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  billet     le billet     billets     les billets  

billet m

  1. (communicatie) kort briefje
  2. biljet
  3. (financieel) bankbiljet; ook: ander geldswaardig papier zoals promesse of wissel
  4. kaartje, plaatsbewijs
  5. attest, certificaat
  6. (internet) blogpost, artikel op een forum