blijgeestig

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord blijgeestig. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord blijgeestig, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je blijgeestig in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord blijgeestig is hier. De definitie van het woord blijgeestig zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanblijgeestig, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blij·gees·tig
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstellende afleiding van blij en geest met het achtervoegsel -ig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen blijgeestig blijgeestiger blijgeestigst
verbogen blijgeestige blijgeestigere blijgeestigste
partitief blijgeestigs blijgeestigers -

Bijvoeglijk naamwoord

blijgeestig

  1. fris en vrolijk
    • Voor het overige is Nieuwpoort 1600 een nogal oppervlakkige veldtocht-kroniek waarvan de feitelijkheid zo nu en dan door oneigenlijk bronnengebruik te wensen over laat. Zo wordt een uiterst verdacht boek als Neêrlands heldendaden te lande (1845) klakkeloos geciteerd om de lezer wijs te maken dat Maurits enkele uren voor de slag `opgeruimd en blijgeestig in het voorkomen was'. Over een Maurits-anekdote van de hand van een andere negentiende-eeuwer, merkt Verhoef doodleuk op: `Hoewel Jacob van Lennep, hier hoogstwaarschijnlijk met de waarheid aan de haal is gegaan, geeft de anekdote aardig de stemming weer'. Zulke losse flodders ondergraven de overtuigingskracht van zijn studie.  
    • 'Het campagnebeeld van 2012 is een ongewoon en blijgeestig plaatje dat onmiddellijk tot de verbeelding spreekt. De mythische en sprookjesachtige figuur van de draak en de levenslustige jongedame vormen een verrassende combinatie die meteen voor een enthousiaste sfeerzetting zorgt', zegt het Gentse stadsbestuur.  
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

83 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.

Verwijzingen