blijk

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord blijk. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord blijk, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je blijk in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord blijk is hier. De definitie van het woord blijk zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanblijk, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • blijk
enkelvoud meervoud
naamwoord blijk blijken
verkleinwoord blijkje blijkjes

het blijko

  1. een teken waaruit iets blijkt, bijvoorbeeld deelname
    • Hij zond bloemen als blijk van zijn betrokkenheid. 
    • Als blijk van vertrouwen mocht ik zijn auto lenen. 
  • blijk geven van
iets laten merken
vervoeging van
blijken

blijk

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blijken
    • Ik blijk. 
  2. gebiedende wijs van blijken
    • Blijk! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blijken
    • Blijk je? 
98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be