blinddoek

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord blinddoek. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord blinddoek, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je blinddoek in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord blinddoek is hier. De definitie van het woord blinddoek zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanblinddoek, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Blinddoek
  • blind·doek
enkelvoud meervoud
naamwoord blinddoek blinddoeken
verkleinwoord blinddoekje blinddoekjes

blinddoek o/m

  1. over de ogen gebonden reep ondoorzichtige stof om het zien te verhinderen
    • Niet voor niets draagt Vrouwe Justitia een blinddoek. 
    • Bij het spelletje ezeltje prik heeft het kind een blinddoek om. 
vervoeging van
blinddoeken

blinddoek

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blinddoeken
    • Ik blinddoek. 
  2. gebiedende wijs van blinddoeken
    • Blinddoek! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blinddoeken
    • Blinddoek je? 
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be