Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
blind. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
blind, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
blind in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
blind is hier. De definitie van het woord
blind zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
blind, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
blind
- niet in staat te zien
- De blinde man wachtte tot zijn hond begon met oversteken.
- (figuurlijk) niet bereid of in staat met bepaalde informatie rekening te houden
- Doordat ze zo overtuigd zijn van het eigen gelijk, zijn ze blind geworden voor de eigen immoraliteit en hanteren ze dezelfde wapens als waar tegen ze strijden.[7]
- ▸ Het was nog te vroeg om te weten of ik blind en/of dwaas was geweest om zo lang van huis te zijn. De tijd zou uitwijzen wat de gevolgen van mijn lange afwezigheid zouden zijn op mijn kinderen.[8]
- blind (vertrouwen/haat/angst etc): een heel groot (vertrouwen/haat/angst) (dat op niets gebaseerd is)
- Beleggers lijken echter geen blind vertrouwen te hebben in de wijze waarop Arcelor daar van gaat profiteren.[9]
- (figuurlijk) zonder openingen een blinde muur: een muur zonder ramen
- Een haastige hond werpt blinde jongen
Beter langzaam iets goed doen, dan haastig iets slechts doen.
je hoeft maar weinig moeite te doen om mensen vóór te blijven als zij zich niet in dat onderwerp verdiepen of er geen tijd/moeite in willen stoppen ofwel: wanneer iemand als enige een beetje van iets weet, lijkt het voor iedereen die er niets van weet alsof diegene er echt verstand van heeft
door verliefdheid de gebreken van een ander niet zien
bijvoorbeeld iemand wel kennen maar toch niet de verkeerde eigenschappen zien
een rots die net niet boven de waterspiegel uitsteekt
het blind o
- vensterluik
blind
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blinden
- gebiedende wijs van blinden
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blinden
99 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[11]
|
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Oudnederlands Woordenboek
- ↑ blind op website: Etymologiebank.nl
- ↑ 4,0 4,1 "blind" in:
Sijs, Nicoline van der
, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ blind op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Rob Waumans NRC 4 juni 2016
- ↑
Tim Voors
“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ NRC 8 maart 2016
- ↑ www.dbnl.org
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
blind
- blind bn , niet tot zien in staat
blind
- blind zn , jaloezie zn , scherm zn , zonneblind, zonnescherm
- voorwendsel
- blinddoek
- (VS) schuilhut
- oogklep (vooral meervoud)
- (informeel), (VK) braspartij, zuippartij
- (militair) blindering
- (kaartspel) blind bod (bij poker zn )
blind
- overgankelijk blind maken, verblinden
blind
- blind bn