kleurenblind

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord kleurenblind. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord kleurenblind, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je kleurenblind in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord kleurenblind is hier. De definitie van het woord kleurenblind zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankleurenblind, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
linksonder: hoe een 'rood-kleurenblinde' de foto boven ziet, rechtsonder: hoe een 'groen-kleurenblinde' die ziet
  • kleu·ren·blind
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen kleurenblind kleurenblinder kleurenblindst
verbogen kleurenblinde kleurenblindere kleurenblindste
partitief kleurenblinds kleurenblinders -

kleurenblind [1]

  1. (medisch) het niet volledig normaal waarnemen van kleuren
    • Rood-groenkleurenblindheid komt het meest voor bij mannen. De geel-blauwekleurenblindheid komt bij mannen en vrouwen evenveel voor.  
  2. (figuurlijk) helemaal niet racistisch zijn
    • Doe niet net of je kleurenblind bent, maar praat met je kinderen over de positie die ze innemen. De enige moeder die dat met haar kind uit het experiment met witte en zwarte pop gedaan had, zag het meisje ook een afwijkend antwoord geven op de vraag welke van de twee poppen de baas was: „Niemand is de baas. Je bent alleen de baas over jezelf.” [2] 
     In 2011 muntte academicus Robin DiAngelo de term ‘witte kwetsbaarheid’ om de defensieve reacties van witte mensen te beschrijven als racisme ter sprake wordt gebracht. Witte mensen zijn grootgebracht met het idee geen onderscheid te maken en kleurenblind te zijn, schreef zij in het boek White Fragility. Geen slecht beginsel, maar onmogelijk als je zwart bent en geconfronteerd wordt met je huidskleur.[3]
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Hans Beerekamp 19 december 2016
  3. Bronlink Weblink bron
    Haro Kraak
    “Waarin zit toch de witte angst om over racisme te praten?” (5 juni 2020), de Volkskrant
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be