blits

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord blits. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord blits, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je blits in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord blits is hier. De definitie van het woord blits zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanblits, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blits
Woordherkomst en -opbouw
  • Van Blitz, het Duitse woord voor bliksem. In de betekenis van ‘naar de laatste mode’ voor het eerst aangetroffen in 1966
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen blits blitser blitst
verbogen blitse blitsere blitste
partitief blits blitsers -

Bijvoeglijk naamwoord

blits

  1. (informeel), (jongerentaal) heel hip en modern en/of heel stoer
    • Bijna iedereen die in pakweg 2005 achter een computer heeft gezeten, kent ze: de blitse animatiefilmpjes en verslavende spelletjes op sites als Newgrounds.com of Spele.nl. Naar de maatstaven van een tijd waarin het internet bestond uit grauwe webpagina’s met vooral tekst, zagen de games en cartoons er gelikt uit. Alles dankzij één alomtegenwoordig stukje software: Flash van het Amerikaanse bedrijf Adobe. 
Uitdrukkingen en gezegden
  • De blits maken
Grote indruk maken door heel modern te zijn
• Toch is hij niet echt de eerste. In 2011 wierp Nissan met de Murano CrossCabriolet in de VS met matig resultaat de eerste steen, wat zowel aan het ontwerp als aan het merk zal hebben gelegen. Nissan is niet hip, Land Rover wel. Als de open Evoque succesvol wordt, is het hek van de dam. Mijn prognose luidt dat de markt de komende jaren zal worden overspoeld door crossover-cabrio’s in alle prijsklassen. Mercedes verovert Bergen NH en Kia Almere. Wie de blits wil maken moet nu toeslaan.  
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.

Verwijzingen