boenen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord boenen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord boenen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je boenen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord boenen is hier. De definitie van het woord boenen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanboenen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • boe·nen
  • In de betekenis van ‘in de was zetten, schoonmaken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1286 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
boenen
boende
geboend
zwak -d volledig

boenen

  1. met een boender en water schrobben.
    • De tegels glansden nadat ze met zeepsop geboend waren. 
     De onbewerkte vloerplanken in zijn zolderkamer met uitzicht op de rivier waren zorgvuldig geboend met groene zeep.[2]
  2. in de was zetten en glanzend wrijven
    • De buurman staat de hele dag zijn auto te boenen. 
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]