bougie

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bougie. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bougie, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bougie in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bougie is hier. De definitie van het woord bougie zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbougie, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
bougie
  • bou·gie
  • Leenwoord uit het Frans. In de betekenis van ‘kaars’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824, in de betekenis van ‘vonkbrug’ voor het eerst in het jaar 1917[1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord bougie bougies
verkleinwoord bougietje bougietjes

de bougiev

  1. (motortechniek) het onderdeel van een verbrandingsmotor dat door een vonk het mengsel van brandstofdamp en lucht in de cilinder tot ontploffing brengt
    • Motoren hebben minimaal één bougie per cilinder. 
  2. kaars
     Zij nam de bougie van den pijler der trap, en ging naar boven, hij met zijn couranten de eetkamer in.[3]
  3. (medisch) staafvormig chirurgisch instrument dat wordt gebruikt om een lichaamskanaal (m.n. de urethra) te verwijden
  4. (techniek) smal en onverglaasd potje van gebakken pijpaarde dat wordt gebruikt in bijv. waterfilters
92 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[4]


enkelvoud meervoud
bougie bougies

bougie

  1. (motortechniek) bougie
  2. bougie , waskaars


enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  bougie     la bougie     bougies     les bougies  

bougie v

  1. kaars
  2. (motortechniek) bougie , autobougie
  3. (medisch) bougie